Column
Het verschil maken
Ik denk dat ik voor de meeste, zo niet alle, veteranen spreek als ik zeg dat een van de redenen om uitgezonden te worden is dat je/we/men het verschil wil maken. Verkiezingen in goede banen leiden, strijdende partijen ontwapenen, humanitaire hulp bieden. In The Service Of Peace staat er achterop mijn VN-medaille. Ze hadden er ook “Volg Je Hart” op kunnen zetten.
Ik ben het leger ingegaan omdat ik in de burgermaatschappij mijn draai niet kon vinden. De dienstplicht was een welkome afwisseling. Toen ik paraat kwam te zitten en de verveling toesloeg veranderde dat gevoel. Al in de eerste maand van mijn diensttijd had ik aanmeldingsformulieren ingevuld voor een eventuele missie, en verrek, na de zomer diende zich de mogelijkheid reeds aan. Bosnië, ik kom eraan.
Ik heb me nooit nuttiger gevoeld dan in die zes maanden, en ik heb daar geleerd dat er vele manieren zijn om het verschil te maken. Dat hoeft niet altijd groots en heldhaftig. Nooit zal ik de vrouw vergeten die ons koffie kwam brengen terwijl wij onze lading losten en onder vuur lagen. Een gebaar dat nederig stemde, in zijn medemenselijkheid ontelbare malen groter dan onze hele missie.
Ik ben van de generatie die niks had om voor te vechten. Alles was geregeld. We kankerden wel op van alles en nog wat, maar dat was meer uit verveling dat uit overtuiging. Het verschil maakten we toch vooral door ons anders proberen te kleden dan onze leeftijdgenoten en naar muziek te luisteren waar de honden en onze ouders geen brood van lustten. Witte kinderen uit gegoede gezinnen die risicoloos tegen ‘het systeem’ aantrapten, om er veelal twintig jaar later deel van uit te maken.
Ik kijk met veel genoegen naar de generatie activistische jongeren die nu probeert het verschil te maken. Zoals dat in de jaren zestig werd nagestreefd door de babyboomers. In 1966 waren er protesten en rookbommen bij het huwelijk van prinses Beatrix. Er waren demonstraties tegen de Vietnamoorlog, waarbij deelnemers werden gearresteerd voor het roepen van “Johnson Moordenaar!”, waarna men overging op het roepen van “Johnson Molenaar!” Het was de tijd van Provo’s en Kabouters en de bezetting van het Maagdenhuis in 1969, en later de anti-kernwapendemonstraties en de krakers- en kroningsrellen. Opmerkelijk, dat juist die generatie zo gekant is tegen het huidige verzet. Alsof ze zijn vergeten dat ze zelf ooit jong waren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb