Fluitend door het leven

Gepubliceerd op 10 november 2022 om 11:24

Half negen 's ochtends in de Nettorama. Vanuit een belendend gangpad komt het aangewaaid over de stellingen waarin onze welvaart torenhoog ligt opgestapeld. Zo hoor ik het nog zelden. Hoog en helder zweven de noten door de ruimte, over elkaar heen buitelend als spelende kinderen.

Dan komt hij de hoek om gelopen. Een man aan het begin van zijn pensioengerechtigde leeftijd. Spijkerbroek, blauw jack, ruitjeshemd, leren instappers. Kortgeknipt haar, kalend bovenop. Heldere ogen in een doorgroefd gelaat. Pretogen, jongensogen.

Hij fluit mee met het liedje van Jamiroquai dat klinkt uit de plafondspeakers. Moeiteloos volgt zijn melodie de akkoorden van het lied. De toon is zo zuiver als was hij een zangvogel. Iedere strofe sluit hij af met een triller waar een leven lang oefenen in doorklinkt.

Hij heeft schik in zijn gefluit, vrolijkt zichzelf en iedereen om hem heen er mee op. Hij trekt zijn mandje met boodschappen achter zich aan en om hem heen waaiert zijn lied.

Het moment dat ik leerde fluiten staat voor mij op gelijke hoogte met leren lezen en mijn eigen veters kunnen strikken. Het is een moment van inwijding. Mijn vader deed het, de buurman deed het en na eindeloos lucht langs mijn lippen te hebben geperst met als enige resultaat "PFFFFFFFFFFF" was daar ineens de fluittoon. Een van de eerste overwinningen van de geest op de materie.

Thuisgekomen vroeg ik me af of ze nog bestaan, de kunstfluiters.

Natuurlijk bestaan ze nog. Er wordt ieder jaar een wereldkampioenschap gehouden en in 2020 viel er nog een Nederlandse winnaar te vieren: Frank Oppedijk uit Amersfoort.

 

 

Alsof hij zo uit Turks Fruit is weggefietst, onze Frank...

 

 

Voor Frank Oppedijk was het Geert Chatrou die de Nederlandse eer hoog hield bij het kunstfluiten, met wereldkampioenschapoverwinningen in 2004, 2005 en 2008. Het is een mirakel wat deze man aan toonhoogte en -diepte weet te bereiken.

 

 

Fluiten associeer ik met de melkboer en de bakker en de tijd dat de guldens nog van hout waren. Radio- en televisienostalgie a la Herman van Veen. Al grasduinend in mijn platencollectie kwam ik deze tegen. Een tophit, opgenomen ergens tussen 1927 en 1931, die ik graag met jullie deel.

 

 

Het fluiten in de supermarkt heb ik de rest van de dag met me meegedragen. Het was een cadeautje zo vroeg op de dag, dat ik alleen maar uit de lucht hoefde te plukken. Zelfs dat hoefde niet, het kwam gewoon aanwaaien. Voor dit soort gratis geluk staat het deurtje naar mijn hart altijd op een kier.

Het plezier en de levenslust toverden de kille omgeving van de supermarkt voor even om in een helverlicht musicaldecor waarin ik figureerde als de man die leunend op zijn karretje schaapachtig glimlachend stond weg te dromen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.